Behandeling en diagnostiek

Diagnostiek binnen het traject kan duidelijkheid verschaffen over de ondersteunings- en begeleidingsbehoeften van jongvolwassenen en volwassenen. Het biedt richting voor behandeling of begeleiding en geeft handelingsadviezen aan de cliënt zelf, zijn netwerk en betrokken hulpverleners, specifiek in het kader van mogelijke uithuisplaatsing of zelfstandige woonbegeleiding.

Diagnostiek bij jongvolwassenen en volwassenen in een SMUP-traject helpt bij het beantwoorden van vragen zoals: – Wat is er precies aan de hand? – Wat zijn de oorzaken van de problemen of uitdagingen? – Welke stappen kunnen we het beste nemen om deze problemen aan te pakken, met het oog op een veilige en stabiele leefsituatie?

Diagnostiek wordt ingezet bij vragen rondom gedragsproblematiek, psychische stoornissen en/of ontwikkelingsuitdagingen, en wordt uitgevoerd door een bevoegde onderzoeker (orthopedagoog of psycholoog) onder eindverantwoordelijkheid van een orthopedagoog-generalist of GZ-psycholoog. Binnen het traject duurt een diagnostiektraject gemiddeld drie maanden en speelt het een essentiële rol in het maken van weloverwogen beslissingen over verdere begeleiding, behandeling of woonvoorzieningen voor de cliënt.